Tuin- en parkregels m.i.v. 2017

Hieronder volgen de regels waar iedere tuinder zich aan dient te houden.

Toegankelijkheid:
a. Uitsluitend toegang voor leden
b. Niet-leden en kinderen hebben alleen toegang onder begeleiding van leden.
c. Honden hebben, mits aangelijnd, alleen toegang onder begeleiding van leden.
d. Het park is alleen toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.
e. Bromfietsen, scooters, auto’s, en aanhangers alleen plaatsen op het parkeerterrein.
f. Het houden van kippen, konijnen en andere dieren op de tuin is niet toegestaan.
g. Het toegangshek sluiten, als het volkstuincomplex door u / jou als laatste tuinder wordt verlaten
h. Het betreden van andermans tuinen is zonder toestemming verboden.

 

Inrichting:
a. Bij het inrichten van de tuin dient er rekening gehouden te worden met de schaduwwerking op andermans tuinen.
b. Fruitbomen en struiken dienen minimaal 1,5 meter vanaf de tuinafscheidingen van de aangrenzende tuinen geplant te zijn.
c. Tuinafscheidingen niet direct plaatsen tegen de tegels van de toegangspaden.
d. Geen tuinafscheidingen van prikkeldraad of doornhagen te maken.
e. Aardappelen alleen poten op dat deel van de tuin, zoals is beschreven in de aardappelprocedure (zie website)
Nieuwe tuinders ontvangen informatie welke vierde-deel volgens de wijzers van de klok voor aardappelteelt gebruikt mag worden.
f. Het plaatsten van opstallen (tuinhuis, schuurtje) is niet toegestaan.
g. Platglasbakken en gereedschapskisten mogen niet hoger zijn 80 cm.
h. Compostbakken, -containers en composthopen mogen niet hoger zijn dan 100 cm.
i. Het plaatsen van een kweekkas kan onder bepaalde voorwaarden, mits met instemming van het bestuur. Zie ook de website.

 

Onderhoud:
a. Fruitbomen, struiken, bloemen dienen zodanig onderhouden te zijn, dat de algemene toegangspaden geheel vrij zijn.
b. Fruitbomen en andere begroeiingen mogen maximaal uitgroeien tot 3 meter hoogte.
c. Geen takken laten overhangen naar aangrenzende tuinen.
d. Alle aangrenzende toegangspaden dienen onkruidvrij te zijn. De aangrenzende groenstrookjes behoren onder controle te zijn (tijdig gras maaien)
e. De tuin dient zodanig onderhouden te worden, dat onkruid niet overwaait naar andere tuinen.
f. De tuin dient zichtbaar onder controle te zijn. Rommel, (tuin)afval, tegels, puin e.d. zo veel mogelijk uit het zicht houden of afvoeren of composteren.
g. Men dient te spuiten tegen fytoftora (aardappelziekte) bij aardappelen en tomaten
h. Direct maatregelen te nemen en aan één van de bestuursleden te melden, indien aardappelziekte is vastgesteld.
i. Na de oogst dienen stokken, gaas en andere leimiddelen op ordelijke wijze te worden opgeborgen.
j. Geen rommel, tuinafval, tegels, puin op de paden of elders op het tuincomplex te storten.